Zwanger

In de eerste drie maanden van de zwangerschap is een ongeboren kind erg kwetsbaar. De kans op een aangeboren afwijking is dan het grootst. De schadelijke effecten van straling, gevaarlijke stoffen en infecties (virussen, bacteriën en parasieten) ontstaan vooral in die periode. Maar ook in de maanden daarna kan de gezondheid van de werkneemster en het kind gevaar lopen door situaties op het werk. Pas daarom tijdens de hele zwangerschap op voor risico’s op het werk. 

Welke risico’s zijn er voor een zwangere werkneemster en het ongeboren kind? Een zwangere werkneemster moet rekening houden met de volgende zaken:

Risico's bij zwangerschap

(Onregelmatige) werktijden en zwangerschap

Om werknemers te beschermen tegen het maken van te lange dagen, is de Arbeidstijdenwet ingesteld. Voor zwangere werkneemsters gelden een aantal speciale regels als het gaat om werk- en rusttijden (Arbeidstijdenwet artikel 4.5). Hierin staat dat zij recht heeft op:

  • stabiele en regelmatige arbeids- en rusttijden; 
  • maximaal 10 uur arbeid per dienst en maximaal 45 uren per 16 weken (of maximaal 50 uur per vier weken); 
  • extra pauzes: een achtste van de arbeidstijd, de werkgever moet het loon doorbetalen; 
  • geen nachtdiensten; 
  • zwangerschapsonderzoek tijdens werktijd, de werkgever moet het loon doorbetalen; 
  • zwangerschaps- en bevallingsverlof: 28 dagen voor en 42 dagen na de vermoedelijke bevallingsdatum mag de werkneemster niet werken. 

Verplichtingen werkgever

De werkgever moet er volgens de wet voor zorgen dat werkneemsters in alle fasen van de zwangerschap veilig en gezond kunnen werken. Wat betekent dat precies in deze fase? 

  • Er mag geen risico zijn voor aantasting van de vruchtbaarheid van vrouw. 
  • De zwangerschap mag geen risico lopen. 
  • De baby mag geen risico lopen tijdens de zwangerschap. 

De werkgever is verplicht de arbeidsrisico's in de risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) te vermelden. In het bijbehorende plan van aanpak noteert hij de aanvullende maatregelen die nodig zijn om het risico te beheersen. Hij moet de zwangere werkneemster tijdig voorlichten, zodat ze op de hoogte is van de risico’s.  

Voor zwangere werkneemsters moet de werkgever in het bijzonder aandacht besteden aan de lijst van gevaarlijke stoffen, processen en arbeidsomstandigheden die zijn opgenomen in bijlage I bij de richtlijn 92/85/EEG (Arbobesluit artikel 1.41). Het is belangrijk dat de zwangere werkneemster een kopie ontvangt van dit onderdeel van de RI&E. Zo kan ze dit zelf nalezen en zien waar zij (en haar ongeboren kind) welk risico loopt. Maar: het blijft de plicht van de werkgever om haar afdoende te beschermen. 

Om risico’s na de zwangerschap te vermijden schrijft de wet (Arbobesluit artikel 1.42) maatregelen voor en de volgorde waarin de werkgever deze maatregelen moet nemen. Hij mag pas een volgende maatregel nemen als een eerdere maatregel niet uitgevoerd kan worden. Het gaat dan om: 

  1. het wegnemen van de risico’s binnen de eigen functie en de eigen werkplek. Hierin moet de werkgever de arbeidshygiënische strategie volgen; 

  2. aanpassing van het werk en/of aanpassing van de werk- en rusttijden; 

  3. ander werk; 

  4. het tijdelijk vrijstellen van het verrichten van arbeid. 

Informeren over zwangerschap en werk

De werkgever moet werkneemsters voor aanvang van het werk informeren over: 

  • de mogelijke gevaren dat het werk kan vormen voor zwangere werkneemsters en het (ongeboren) kind tijdens zwangerschap en borstvoeding; 
  • de maatregelen om deze gevaren te voorkomen of te beperken; 
  • welk recht zwangere werkneemsters hebben over de aanpassing van de werktijden, rusttijden bij zwangerschap (en daarna) en het recht op ander (veilig) werk; 
  • het bestaan en gebruik van de afsluitbare rustruimte in het bedrijf voor werkneemsters die zwanger zijn, die borstvoeding geven of die bevallen zijn. 

Daarnaast moet de werkgever de werkneemster opnieuw voorlichting geven, direct nadat zij haar zwangerschap heeft gemeld. De werkgever moet opnieuw voorlichting geven als de werkneemster meldt dat zij borstvoeding wil gaan geven of geeft. 

Onderzoek laat zien dat werkneemsters die zijn voorgelicht over zwangerschap en werk, minder verzuimen tijdens de zwangerschap. Een interne deskundige kan de werknemer voorlichten. Als binnen de organisatie niet voldoende kennis aanwezig is, kan de arbodienst of bedrijfsarts de voorlichting verzorgen.  

Ziekte tijdens de zwangerschap

De Ziektewet kan in beeld komen als de zwangere werkneemster ziek wordt voor, tijdens of na de zwangerschap of bevalling. 

Aandacht aan zwangere werkneemsters in wetgeving

Ook in andere wetgeving wordt aandacht besteed aan zwangere werkneemsters: 

  • Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) beschrijft het inschatten van risico’s, de advisering over maatregelen en kundigheid om om te gaan met zwangeren vanuit verschillende relevante functies. 
  • De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) beschrijft met name de verlofregelingen, zoals zwangerschapsverlof, bevallingsverlof en geboorteverlof.  
  • Het Burgerlijk Wetboek (BW) regelt de ontslagbescherming tijdens de zwangerschap, het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof en een korte periode aansluitend aan dit verlof, wanneer het werk weer is hervat. 

Persoonlijke situatie: bespreek het met je bedrijfsarts, arbodienst of een arbodeskundige

Heb je vragen over jouw specifieke situatie, bespreek deze dan met je bedrijfsarts, arbodeskundige of arbodienst. Zij zijn op de hoogte van de geldende wetgeving. Voor algemene informatie over wet- en regelgeving kun je terecht op  de website van de Rijksoverheid