Wat zegt de wet over lasrook?
Voor de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moet de werkgever de blootstelling aan lasrook beoordelen. Lasrook kan als mengsel van niet exact gedefinieerde samenstelling worden beschouwd en hiervoor geldt een wettelijke grenswaarde van 1 mg/m3 voor een 8-urige werkdag. De werkgever is verplicht om het vrijkomen van lasrook zoveel mogelijk te beperken.
Hanteren van grenswaarden
In lasrook, die voor een belangrijk deel uit (ultra)fijnstof bestaat, kunnen bijzondere componenten voorkomen (bijvoorbeeld metalen) waarvoor specifieke grenswaarden zijn vastgesteld. Met name voor laswerkzaamheden aan roestvast staal bestaat de kans dat het kankerverwekkende zeswaardig chroom (chroom-VI) ontstaat. Zodra er een mogelijkheid bestaat dat iemand kan worden blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen, zijn de specifieke regels die daarvoor gelden van toepassing.
Naast deeltjes komen ook gassen voor in lasrook. Deze kunnen zijn toegevoegd tijdens het lasproces als (be)schermgas (argon, helium, stikstofdioxide, koolstofdioxide) of zijn ontstaan tijdens het lasproces (ozon, onder invloed van uv-licht). Ook hiervoor zijn specifieke grenswaarden beschikbaar.
RI&E Metaalbewerking
Om aan de wettelijke verplichting van een risico-inventarisatie en -evaluatie te voldoen hebben de sociale partners in de metaalindustrie de RI&E Metaalbewerking opgesteld. Het onderdeel lasrook kan het beste worden geïnventariseerd door gebruik te maken van de Verbetercheck Lasrook. Deze checklist is de digitale opvolger van de Praktijkrichtlijn Lasrook. Aan de hand van de door de gebruiker ingegeven informatie over lastechniek en verwerkt materiaal geeft de Verbetercheck Lasrook een passende aanpak. Door deze methode toe te passen is het niet nodig metingen uit te (laten) voeren. Natuurlijk dienen wel alle stappen van het Plan van Aanpak die uit de Verbetercheck Lasrook komen, daadwerkelijk aangepakt te worden.
Als de Verbetercheck Lasrook niet wordt toegepast, moet in de meeste gevallen een deskundige een meting of een schatting doen. Raadpleeg hiervoor een gespecialiseerd arbo-adviesbureau of een arbodienst.
Opzet RI&E
Omdat het gaat om blootstelling aan een kankerverwekkende stof, moet de RI&E een doeltreffend pakket aan beschermende maatregelen te bevatten.
Het rest risico moet worden beoordeeld. De werknemer krijgt voorlichting over de risico’s en hoe hij zich hiertegen kan beschermen, en hij leert op welke manier hij de beschermende maartregelen op de juiste manier inzet. De werkgever zorgt ervoor dat hier intern toezicht op is.
Tevens draagt de werkgever zorg voor een register op naam van wie er aan de kankerverwekkende stof wordt blootgesteld. Daarin wordt ook de blootstellingsbeoordeling opgenomen (zie ook artikel 4.15, lid 1 in het Arbeidsomstandighedenbesluit).
De werkgever zorgt dat de werknemer een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) krijgt aangeboden. Dit geldt voor alle werknemers die blootgesteld kunnen worden aan gevaarlijke stoffen (zie ook artikel 4.10a). En dat de arts die dit onderzoek uitvoert zijn bevindingen in algemene zin betrekt bij de advisering van de werkgever aangaande het arbobeleid.
In artikel 4.13 uit het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt aangegeven waar een RI&E aan moet voldoen in de gevallen dat werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan kankerverwekkende of mutagene stoffen of aan stoffen die vrijkomen bij kankerverwekkende processen.
Arbocatalogi
Er zijn enkele arbocatalogi waarin lasrook een onderwerp van aandacht is. De daarin voorgeschreven regels voor het werken met lasrook zijn verplicht voor de sectoren waarop de arbocatalogi gericht zijn.