Cytostatica

Cytostatica werken remmend op de deling van (tumor)cellen. In ziekenhuizen wordt gebruikgemaakt van cytostatica in de vorm van geneesmiddelen, bij de behandeling van patiënten. Ze vallen onder de gevaarlijke stoffen, omdat sommige kankerverwekkend of schadelijk voor de voortplanting zijn. Dat betekent dat iedereen die ermee werkt, zorgvuldig moet handelen in het belang van de eigen veiligheid en die van anderen.

Cytostatica

Wat is het risico?

Niet-bedoelde blootstelling aan cytostatica via de huid of via inademing kan tot ernstige gezondheidsschade leiden. Werken met cytostatica is risicovol omdat deze kankerremmende geneesmiddelen zelf ook kankerverwekkend kunnen zijn. Ook kunnen ze mogelijk schade veroorzaken aan het ongeboren kind.

Waar komt een werknemer het tegen?

Cytostatica worden toegepast in ziekenhuizen, verpleegafdelingen en poliklinieken. Ze worden bereid in apotheken. Op deze plekken kunnen werknemers direct blootgesteld worden aan cytostatica. Verder kunnen mensen die in aanraking komen met patiënten, met uitscheidingsproducten of met besmet materiaal blootgesteld worden aan cytostatica. Bijvoorbeeld: artsen in opleiding, verpleegkundigen, verzorgenden, schoonmakers, medewerkers in wasserijen en medewerkers van thuiszorgorganisaties.

Wetgeving

Voor de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moeten werkgevers de blootstelling aan cytostatica beoordelen. De wet schrijft voor dat kankerverwekkende stoffen verplicht vervangen moeten worden. Maar omdat dat bij cytostatica niet mogelijk is, zijn er beleidsregels opgesteld die helpen veilig te werken. Hierin worden arbeidsmiddelen, werkmethoden en persoonlijke beschermingsmiddelen beschreven. Bij toepassing wordt blootstelling voorkomen of beperkt en wordt voldaan aan de wet.

Wanneer is het een risico?

De patiënt kan een besmettingsbron voor het personeel zijn. De risicoperiode varieert afhankelijk van het type cytostaticum van 1 tot 14 dagen na toediening van het middel aan de patiënt. In die tijd kan beter geen urine worden afgenomen. Bloedafname is vaak wel nodig, wat dan uiterst voorzichtig moet gebeuren om blootstelling te voorkomen. Met veegproeven kan worden bepaald of de werkomgeving besmet is geraakt en of de schoonmaak afdoende is geweest. Arbodiensten en gespecialiseerde adviesbureaus kunnen daarin adviseren.

Zwangerschap en borstvoeding

Onderzoek heeft aangetoond dat oncologieverpleegkundigen tot de hoogste blootgestelde groepen horen. Uit het epidemiologisch onderzoek blijkt dat daarom rekening moet worden gehouden met moeilijker zwanger worden, vroeggeboorte of een kind met een laag geboortegewicht.

De resultaten van dit onderzoek rechtvaardigen aanvullende maatregelen voor zwangeren, zoals het uitsluiten van bepaalde risicovolle werkzaamheden met cytostatica of met cytostatica besmet materiaal. Bijvoorbeeld: urine overgieten, bedden verschonen, patiënten wassen. (Bron: Arbokennisnet-dossier cytostatica.)

Bewustwording vergroten

Werkgevers kunnen door de bewustwording te vergroten, de schadelijke gezondheidseffecten bij beroepsmatige blootstelling aan cytostatica beter helpen voorkomen. Doelmatige voorlichting en instructies helpen medewerkers bij het bewust worden van de risico’s die werken met cytostatica met zich meebrengt. Het is verstandig deze bijeenkomsten periodiek te herhalen.

Bronnen

Enkele goede voorbeelden van maatregelen in branches zijn: