Ontplofbare stoffen

Ontplofbare stoffen zijn stoffen of preparaten die door slag, stoot, wrijving of vonk of open vlam tot ontploffing (zeer vlugge verbranding) kunnen komen of die in bepaalde mengsels, bij bepaalde temperaturen en concentraties, explosief kunnen reageren. Een stof is ontplofbaar als deze ook zonder aanwezigheid van zuurstof tot ontploffing kan komen.

Gevarenpictogram explosieve stoffen (GHS01)

Voorbeelden van ontplofbare stoffen zijn buskruit, niet gestabiliseerde kunstmest, picrinezuur, benzoylperoxide en kwikfulminaat. Brandbare materies die niet ingedeeld zijn als ‘ontplofbaar’, maar die ook kunnen leiden tot een explosie zijn:

  • vaste brandbare producten in een fijne verdeelde toestand, zoals stof in graansilo’s;
  • dampen van brandbare vloeistoffen, zoals oplosmiddelen;
  • brandbare gassen onder andere in spuitbussen boven 50 graden Celcius.

Waar komt een werknemer het tegen?

Ontplofbare stoffen kunnen bijvoorbeeld voorkomen in de vuurwerkindustrie, de wapenindustrie, de bouwnijverheid en laboratoria. De Explosieven Opruimingsdienst (EOD) heeft er veel mee te maken.

Wetgeving omtrent explosieve stoffen

Voor de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moet de werkgever de blootstelling aan gevaarlijke stoffen, waaronder ontplofbare stoffen, beoordelen.

Sloop- en onderhoudswerkzaamheden met ontplofbare stoffen, het gebruik van professioneel vuurwerk en het hanteren van conventionele explosieven mogen alleen uitgevoerd worden door gecertificeerde personen, de springmeesters en de schietmeesters. Voor deze activiteiten zijn speciale regels opgesteld.

Hoe te herkennen?

Ontplofbare stoffen zijn te herkennen aan een van de volgende H-zinnen op het gevaarsetiket:

  • H200: Instabiele ontplofbare stof.
  • H201: Ontplofbare stof: gevaar voor massa-explosie.
  • H202: Ontplofbare stof, ernstig gevaar voor scherfwerking.
  • H203: Ontplofbare stof; gevaar voor brand, luchtdrukwerking of scherfwerking.
  • H204: Gevaar voor brand of scherfwerking.
  • H205: Gevaar voor massa-explosie bij brand.

In bijna alle gevallen staat er naast een van de bovenstaande H-zinnen het volgende gevarenpictogram: een ruit met daarin een exploderende bom.