17/10/18 - Sectorbijeenkomst autoschadeherstel & carrosseriebouw: 'Metagro wil veilig werken met gevaarlijke stoffen'

In het kader van de campagne Veilig Werken met gevaarlijke stoffen opende cabinebouwer Metagro op 17 oktober haar deuren. Na een rondleiding door het bedrijf gingen werkgevers, werknemers en experts uit de carrosseriesector met elkaar in gesprek. Daarbij ging het over de vele dilemma’s die er voor bedrijven zijn. Het blijkt een uitdaging om iedere medewerker mee te krijgen in het gezond en veilig werken. Een verslag.

‘THINK. DO. MAKE.’ staat er met koeienletters op de gevel van Metagro, een bedrijf in cabinebouw in Schelluinen (Zuid-Holland). Een treffende pay-off, gelet op het onderwerp van deze bijeenkomst. De slogan mag zich dan richten op het meedenken met klanten, maar als het gaat om veilig werken met gevaarlijke stoffen gaat ‘denken’ ook vooraf aan ‘doen’.

Lucht afzuigen

Raymond Dubbeldam, eigenaar van de Dubbeldam Groep, waar Metagro onder valt, leidt de aanwezigen rond door de imposante fabriek. Onder de geïnteresseerden zijn collega-ondernemers, kwaliteits- en veiligheidsmanagers en vertegenwoordigers van vakbonden. “Bij ons gaat de meeste aandacht uit naar lasrook en fijnstof”, vertelt Dubbeldam. “De hele dag wordt de lucht afgezogen en ververst. Als bedrijf moeten we onder de 1 milligram fijnstof per kubieke meter blijven.”


Maar dat Metagro – of welk bedrijf dan ook – zijn verantwoordelijkheid pakt op het gebied van gevaarlijke stoffen, betekent niet per definitie dat de medewerkers op de fabrieksvloer een zelfde mate van inzet tonen. “Onder sommige oudere werknemers levert het dragen van een lashelm weerstand op”, erkent Dubbeldam. “Ze vinden het niet lekker zitten, of ze worden er verkouden van, zeggen ze. Als werkgever is dat frustrerend.”

Laatste waarschuwing

“De praktijk is weerbarstig”, zegt dagvoorzitter Marijke Roskam dan ook terecht in haar welkomstwoord in de kantine boven de fabriekshal. Dubbeldam, die zijn bedrijf deze middag openstelt om mee te denken over oplossingen, stelt zich in gesprek met Roskam open en kwetsbaar op. “Je houdt bijeenkomsten met medewerkers, je maakt afspraken. Maar wat als medewerkers daar niets mee doen? Hoe ver ga je: een laatste waarschuwing geven? Ze de laan uitsturen? Zo makkelijk gaat dat niet. Wij hebben personeel nodig. Op dit moment hebben we twintig vacatures.” Dubbeldam vervolgt: “Sommige ouderen wíllen niet meer opgeleid worden. Ze zijn klaar met leren, denken ze. Daar lopen wij tegenaan.”


Iemand uit het publiek kan dat uit eigen ervaring bevestigen. Het lijkt wel alsof je sommige ouderen niet meer kunt raken, klinkt het. “Jongeren pakken nieuwe werkwijzen nog wel op. Maar je kunt niet van hen verwachten dat zij oudere collega’s aanspreken op onveilig gedrag.”

Hoe raak je die terughoudende medewerkers dan wel? Het gebruik van filmmateriaal kan een effectief middel zijn om de gezondheidseffecten van gevaarlijke stoffen bij personeel onder de aandacht te brengen. Dagvoorzitter Roskam laat de goed gevulde kantine een korte video zien van een oudere meneer die, zwaar ademend, vertelt over zijn strijd met OPS (Organisch psychosyndroom).

 

‘Ontdooimoment’
Tijdens een paneldiscussie met Raymond Dubbeldam, Femke Teeling (brancheorganisatie FOCWA) en arbodeskundige Josje Salentijn, typeert laatstgenoemde het laten zien van video’s als een mogelijk ‘ontdooimoment’, een ogenblik waarop ogen geopend worden en weerstand wegzakt. “Zijn ze eenmaal ontdooid, dan kunnen ze bewegen.”
Teeling bepleit enige voorzichtigheid in de communicatie. “Veilig werken staat voorop. Maar we moeten jongeren ook niet bang maken. De branche heeft jong talent hard nodig.”

Van groot belang is dat managers zelf het goede voorbeeld geven in veilig werken. Teeling: “Ik kom bij kleine schadeherstelbedrijven over de vloer, waar de eigenaar vieze handen heeft omdat hij geen handschoenen draagt. Dat moet anders. Goed voorbeeld doet volgen.”
“De leiding moet willen”, zegt ook Dubbeldam. “Dat besef leeft tegenwoordig echt wel breder in onze branche. In dat opzicht heb ik de afgelopen twintig jaar enorme veranderingen gezien.”
Om die ontwikkelingen nog een extra boost te geven, komt de FOCWA in 2019 met beschrijvingen van veilige werkwijzen voor de Arbocatalogus. “We gaan precies aangeven, van begin tot eind: als je zó werkt, dan werk je veilig”, belooft Salentijn.

Verantwoordelijkheid werknemer
Dat de werkgever een grote verantwoordelijkheid draagt voor zijn medewerkers is duidelijk. Maar waar houdt die op en begint de verantwoordelijkheid van werknemers zelf? Dubbeldam kraakt daarover kritische noten. “Alle risico’s liggen bij mij. Natuurlijk ben ik ondernemer en neem ik die risico’s op me, maar het is wel eenrichtingsverkeer. Ook bij werknemers moet een draai komen.”

Advocaat Govert Jan Knotter, gespecialiseerd in aansprakelijkheidszaken voor werknemers met beroepsziekten, legt uit dat goede arbeidsomstandigheden volgens het aansprakelijkheidsrecht en de Arbowetgeving de verantwoordelijkheid zijn van de werkgever. “Krijg je werknemers niet mee, dan moeten ze daarop worden aangesproken, al dan niet met sancties.” Wel wil Knotter erop wijzen dat de stelplicht en bewijslast voor het aansprakelijk stellen van de werkgever, geheel op het bordje komt van de zieke werknemer. “Die drempel ligt in Nederland heel hoog.”

Gedragsverandering
Joris van Amerom (Open Now) en Roos Alink (Shift) praten het publiek bij over gedragsverandering. Van Amerom zegt dat veilig werken een ‘onbewust en automatisch proces’ moet zijn. “Alleen het inslijten van goede gewoonten leidt tot duurzame gedragsbeïnvloeding.” Voorwaarde is wel dat er acceptabele én aantrekkelijke alternatieve werkwijzen of middelen beschikbaar moeten zijn.


Alink vertelt op haar beurt dat werkgevers te snel geneigd zijn om mensen te motiveren en vergeten om eerst de weerstand weg te nemen. Weerstand wegnemen kan al door de weerstand te erkennen. “Begin met kleine stapjes en geef medewerkers het gevoel van keuzevrijheid. Mensen hechten aan hun autonomie”, aldus Alink.

Positieve benadering
Tijdens de brainstormsessies komen nog verschillende uitdagingen naar voren. Zo vindt men het in de praktijk makkelijker om te communiceren over veiligheid (want: ongevallen hebben directe gevolgen) dan over gezondheid; die gaat sluipenderwijs achteruit. Een positieve benadering heeft de voorkeur onder de aanwezigen. “Spreek medewerkers aan op wat ze góed kunnen, en vertel dat bij dit professionele gedrag ook verantwoordelijkheden horen.”

Arbodeskundige Josje Salentijn is het daarmee eens. “Juist ouderen kunnen op de werkvloer een mooie rol spelen. Waardéér ze als werkgever. Zeg dat ze een voorbeeld zijn voor de jongeren. Dat is een heel andere toon dan: hé, jij moet veilig werken!”