Technologische ontwikkelingen

De snelle ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie, waarbij onder andere machines zelfstandig nadenken, opdrachten van mensen uitvoeren en steeds meer digitale informatie beschikbaar komt, zijn al in volle gang. Het gebruik van deze nieuwe technologie zorgt voor zowel kansen als risico’s voor de arbeidsveiligheid.

Hieronder valt een aantal zichtbare ontwikkelingen, die invloed kunnen hebben op de arbeidsveiligheid.

  • Digitalisering: werknemers werken op een andere online manier, preventie door veilig ontwerp krijgt meer aandacht (Safe by Design), nieuwe werkvormen (tussen bedrijfsleven, overheid en wetenschap) of tussen mens en machine of machines onderling ontstaan en big data zorgt voor een betere beheersbaarheid van procesveiligheid (process safety).
  • Kunstmatige intelligentie (AI): machines met denkkracht bieden slimme, veilige en betrouwbare mogelijkheden: rampenbestrijding op basis van satellietbeelden, steden waarin de burger centraal staat en breed toepasbare basisgezondheidszorg. Ook ontstaat de opkomst van ‘robotinternet’, waarbij het internet ook slim wordt gemaakt.
  • 3D printen: op werkplekken worden – door verregaande mogelijkheden – steeds vaker 3D printers gebruikt. In Nederland zijn al de eerste brug én rotonde – met de techniek van dit driedimensionale printproces – gebouwd.
  • Robotisering: de nieuwe omgang met robots is nu al zichtbaar op de werkvloer. Robots voeren daarbij instructies van de mens uit. Op termijn zullen steeds meer cobots op de werkvloer komen. Een nieuwe vorm is het mens-gestuurde robotsysteem exoskelet, dat menselijke- en (zware) fysieke robotkwaliteiten combineert.
  • Machine learning: deze semi-intelligente machines, zoals zelfrijdende auto’s, zorgrobots of virtuele dokters en advocaten, doen voorspellingen over de wereld om ons heen (ook over wettelijke en ethische kaders). De mens blijft daarna de beslissingen nemen.
  • NBIC-convergentie: nano-, bio-, informatie- en cognitieve technologie gaan samen, waardoor een steeds sterkere interactie ontstaat tussen natuur- en levenswetenschappen. Informatie over de materiële, biologische en sociale wereld kan vergaard en geanalyseerd worden, om deze kennis ook weer toe te passen.  
  • Sensoren en drones: grote hoeveelheden big data worden met sensortechnologie verzameld en geanalyseerd. Ook kunnen sensoren blootstellingen, o.a. aan gevaarlijke stoffen, meten. De ‘realtime’ inzet van drones en sensoren voor inspecties, noodsituaties, of luchtfotografie maken ‘early warning’ en sneller ingrijpen mogelijk.
  • Slimme persoonlijke bescherming: deze sensoren kunnen detecteren, patronen opmerken en waarschuwen om gevarenpunten, ongevallen, acute- of beroepsziekten te voorkomen. Deze hulpmiddelen vergroten de productiviteit en verlichten het werk.
  • Nanotechnologie: mini-machines bieden de mogelijkheid om een film te maken van één molecuul dikte, met een oppervlakte van één voetbalveld, met een gewicht van één gram, dat 200 x sterker is dan staal. Hierdoor worden producten met betere kwaliteit én effectiviteit ontwikkeld, omdat iedere ‘bouwsteen’ van materie heel precies wordt gebruikt.