Welke maatregelen moeten worden genomen bij werken op hoogte?

Bij het nemen van maatregelen hebben bronmaatregelen die het gevaar wegnemen de voorkeur boven collectieve afscherming van het gevaar, bijvoorbeeld door middel van hekwerken.

Alleen als bronmaatregelen en collectieve maatregelen niet mogelijk zijn, mogen persoonlijke beschermingsmiddelen worden ingezet. Voorbeelden van persoonlijke beschermingsmiddelen:

  • Een eenpersoons werkbak, bevestigd aan een kraan of een heftruck. Dat is alleen toegestaan als andere voorzieningen niet mogelijk zijn, de werkzaamheden kort duren en de werkbak speciaal geschikt en gekeurd is.
  • Een valbeveiligingssysteem. Samen met de in het valbeveiligingssysteem opgenomen harnasgordel en valdemper is de gebruiker niet alleen beschermd tégen een val, maar ook tijdens de val en daarna. Door het juist instellen van het bevestigingspunt moet de valafstand wel zo klein mogelijk worden gehouden. Het is verplicht medewerkers te trainen in het gebruik.
  • Een vallijn - ‘fall restraint’ - sluit een val volledig uit, omdat de persoon niet bij de rand kan komen. Een ‘fall-arrest’ is een veiligheidslijn die voorkomt dat personen de grond raken.

Meer informatie: werken op hoogte