Om veilig werken mogelijk te maken en het milieu te ontzien, is het vervoer van gevaarlijke stoffen aan een groot aantal regels gebonden. De stof mag tijdens het vervoer in principe niet buiten de verpakking komen. De eisen waaraan de verpakking moet voldoen, verschillen per stof. Hoe gevaarlijker de stof, des te strenger de eisen.
Een voertuig of verpakking waarin gevaarlijke stoffen worden vervoerd, moet volgens vaste regels worden aangeduid. Tankwagens die gevaarlijke stoffen vervoeren bijvoorbeeld, moeten aan de voor- en achterzijde voorzien zijn van oranje borden. En binnenvaartschepen moeten zichtbaar blauwe kegels voeren. Zo kunnen controleurs en hulpdiensten de vervoerde stof herkennen.
Wetgeving
Voor het vervoer over de weg, over het spoor of via water of de lucht gelden aparte wetgeving en regels. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is verantwoordelijk voor deze regelgeving in Nederland.
Het ADR is een Europese overeenkomst voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, waarin veel voorschriften zijn opgenomen. ADR is de afkorting van de Franse titel van het Europees verdrag voor het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg: Accord Européen Relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route.
De voorschriften in het ADR zijn gebaseerd op de Recommendations on the Transport of Dangerous Goods, uitgegeven door de Verenigde Naties (ook bekend als ‘het oranje boek’, naar de kleur van de omslag). Ze worden bovendien zo veel mogelijk afgestemd op de voorschriften voor het transport per spoor (RID: Regulations concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Rail) en op de binnenwateren (ADN(R): Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par voies de Navigation intérieures (par Rhin)). Dit is nodig omdat bijvoorbeeld containers of opliggers van vrachtwagens niet alleen over de weg maar ook per spoor of over water vervoerd kunnen worden. De voorschriften voor het luchtvaarttransport zijn geregeld via de IATA.
Eisen aan voertuig en chauffeur
- Het voertuig dat gevaarlijke stoffen vervoert heeft een APK-keuringsbewijs nodig of een certificaat van goedkeuring en voertuiguitrusting.
- De chauffeur moet in het bezit zijn van een vakbekwaamheidscertificaat.
- De chauffeur moet medisch goedgekeurd zijn.
- In de voertuigcabine moeten schriftelijke instructies aanwezig zijn (de gevarenkaart). Deze gevarenkaart moet in de taal van het land van afzender, doorvoer en bestemming van de stoffen zijn opgesteld.
Arbeidsrisico’s
Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen spelen verschillende arbeidsrisico’s een rol. Zo is blootstelling mogelijk aan de lading van gevaarlijke stoffen bij het laden en lossen, bij lekkages en bij reiniging van het vervoersmiddel.
Er treedt mogelijk fysieke belasting op tijdens het vervoer, bij het in- en uitstappen en bij het laden en lossen. Psychosociale belasting kan onder andere optreden door te weinig afwisseling in het werk, geringe ontwikkelings- of loopbaanmogelijkheden, door onregelmatige werktijden, door te krappe vervoersschema’s, en door lange wachttijden of files. Veiligheidsrisico’s zijn mogelijk bij het in- en uitstappen, bij het laden en lossen, bij reiniging of werken boven op de tankwagen.