Wat zegt de wet over aanrijdgevaar?
Voor alle werkzaamheden aan weg, spoor of in een magazijn moeten vooraf de aanrijdrisico’s bekend zijn. Informatie vooraf over aanrijdrisico’s bij werkzaamheden op de weg, aan het spoor en in een magazijn is nodig om van tevoren de juiste veiligheidsmaatregelen te kunnen treffen en de medewerkers zo veilig mogelijk hun werk te laten doen.
Belangrijke veiligheidsmaatregelen zijn bijvoorbeeld:
- Het scheiden van voetverkeer en gemotoriseerd verkeer (bijvoorbeeld door aparte verbindingswegen voor voetgangers);
- Voldoende afstand tussen voetverkeer en gemotoriseerd verkeer (bijvoorbeeld door het toepassen van minimale breedtes van verkeersroutes);
- Fysieke barrières plaatsen tussen voetverkeer en gemotoriseerd verkeer (zoals hekwerken);
- Geschikte verlichting van de arbeidsplaats, interne transportmiddelen en voertuigen;
- Geluidsignalering op voertuigen (zoals een claxon en achteruitrijdsignalering);
- Camerasystemen en sensoren op voertuigen om dode hoeken te voorkomen;
- Het markeren van de verbindingswegen, laad- en losplaatsen en parkeerzones;
- Persoonlijke bescherming toepassen, zoals het dragen van CE-gemarkeerde hoge-zichtbaarheidskleding (signaalkleding moet voldoen aan de norm NEN-EN-ISO 20471:2013);
- Een verkeersplan opstellen. Organisaties waarbij aanrijdgevaar een arbeidsrisico is, moeten dit hebben. Denk hierbij aan organisaties met een magazijn. Lees hier meer over het verkeersplan voor magazijnwerk.
Bij het vaststellen van deze veiligheidsmaatregelen moet een aantal risico’s worden beoordeeld, zoals:
- De afstand tussen het werk en het verkeer (hoe kleiner de afstand des te meer voorzieningen nodig zijn);
- De snelheid van het langsrijdende verkeer;
- Het tijdstip waarop het werk wordt uitgevoerd;
- De duur van het werk;
- Het type weg;
- Met hoeveel personen er wordt gewerkt;
- Mate van lawaai bij het werk;
- Mogelijk beperkte alertheid van de wegwerkers door veel omgevingslawaai en het dragen van geluiddempende gehoorbescherming.