Nanodeeltjes zijn zeer kleine deeltjes van een stof, ter grootte van 1 tot 100 nanometer (één nanometer is één miljoenste millimeter). Deze deeltjes hebben bijzondere eigenschappen die wezenlijk kunnen verschillen van ‘normale’ materialen, bijvoorbeeld andere geleiding, magnetische of toxische eigenschappen. Omdat er nog weinig bekend is over de risico’s van nanodeeltjes, worden ze als gevaarlijke stof behandeld.
Werknemers kunnen bij verschillende werkzaamheden worden blootgesteld aan nanodeeltjes:
bij het werken met nanodeeltjes in bijvoorbeeld onderzoeksinstellingen of de chemische industrie
bij het werken met verbrandingsproducten (dieseluitlaatgassen, lasrook, dampen bij lasersnijden);
bij het uitvoeren van mechanische bewerkingen (schuren, boren, zagen).
Nanodeeltjes zijn miniscuul kleine deeltjes, die je niet met het blote oog kunt zien. Veelgebruikte chemische stoffen (om nanodeeltjes te maken) zijn metaaloxides, silicium of koolstof. Maar in feite kunnen ze van veel verschillende elementen, of combinaties van elementen, worden gemaakt.
Nanodeeltjes zijn altijd aanwezig in het milieu. Dit heeft soms een natuurlijke oorzaak, zoals bij (bos)branden. Soms is het een ongewenst bijproduct, zoals (ultra) fijnstof dat wordt uitgestoten door het wegverkeer en energiecentrales. Sinds de opkomst van de nanotechnologie worden nanodeeltjes ook steeds meer doelbewust gefabriceerd voor toepassing in onderzoek, producten of productieprocessen. Hierbij worden geheel nieuwe specifieke deeltjes gemaakt.
De bijzondere eigenschappen van nanodeeltjes kunnen ook nieuwe risico’s opleveren bij blootstelling van mens of milieu aan deze deeltjes. Wetenschappers waarschuwen dat nanodeeltjes door hun kleine omvang en afwijkende eigenschappen schadelijker kunnen zijn dan grotere vormen van dezelfde stof.
Onderzoek toont aan dat blootstelling van de luchtwegen aan bepaalde soorten nanodeeltjes ontstekingen en/of tumoren in de longen kan veroorzaken. Toch bestaan er nog een groot hiaat in de kennis hierover. Daarom wordt er nog veel onderzoek gedaan naar de gezondheidsrisico’s van nanodeeltjes voor mensen en het milieu. Tot die tijd moeten werkgevers en werknemers ze behandelen als gevaarlijke stoffen. Dat staat in een advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over veilig omgaan met nanodeeltjes op de werkvloer.
Om de veiligheid en gezondheid van medewerkers te garanderen is het werken met gevaarlijke stoffen aan strenge voorschriften en regelgeving gebonden. In het thema Werken met gevaarlijke stoffen is meer te vinden over de overkoepelende wet- en regelgeving die belangrijk is bij het werken met gevaarlijke stoffen.
De werkgever is verantwoordelijk voor de bescherming van de werknemer. Dat betekent dat bedrijven die met nanotechnologie werken een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moeten uitvoeren naar de mogelijke risico’s van nanotechnologie en nanodeeltjes. Het uitgangspunt bij te nemen beheersmaatregelen moet het minimaliseren van de blootstelling zijn, vanwege de onzekerheid over risico’s en effecten.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een handleiding om werkgevers te helpen bij het uitvoeren van een RI&E voor werkzaamheden met nanomaterialen. Ook zijn er veel tools beschikbaar om risico’s van nanomaterialen op de werkplek te beoordelen. Op de website www.nanotoolselector.nl staat een keuzehulp die bedrijven helpt bij het kiezen van de meest geschikte tool.
Om de blootstelling aan nanodeeltjes te minimaliseren moet de werkgever de arbeidshygiënische strategie volgen. In opdracht van VNO-NCW, FNV en CNV, en met subsidie van het ministerie van SZW, is de handreiking Veilig werken met nanomaterialen - en producten opgesteld. Met deze handreiking kunnen werkgevers en werknemers zelf de risico's rondom het werken met nanomaterialen in kaart brengen en via een keuze in de geboden beheersmaatregelen, een bedrijfseigen Plan van Aanpak opstellen.
Grenswaarden
Momenteel is er nog onvoldoende wetenschappelijke kennis om gezondheidskundige wettelijke grenswaarden vast te stellen voor de meeste nanomaterialen. Als alternatief kunnen werkgevers ‘tijdelijke nanoreferentiewaarden’ gebruiken om de blootstelling bij werknemers te beperken.
Het RIVM heeft tijdelijke nanoreferentiewaarden afgeleid voor de 23 meest gebruikte nanomaterialen, waaronder koolstofbuisjes (gebruikt om materialen te versterken) en nanozilver (gebruikt vanwege zijn antibacteriële eigenschappen). Deze waarden zijn uitsluitend bedoeld als pragmatische richtwaarden en garanderen niet dat een blootstelling lager dan de nanoreferentiewaarde veilig is. Het blijft daarom belangrijk om de blootstelling van werknemers aan nanomaterialen zo laag mogelijk te houden. Bovendien heeft het de hoogste prioriteit om zo snel mogelijk voldoende kennis te ontwikkelen om specifieke gezondheidskundige grenswaarden vast te stellen die de gezondheid van werknemers daadwerkelijk beschermen.
Meten gehalte nanodeeltjes
In de afgelopen jaren is de meetapparatuur voor nanodeeltjes verbeterd en kleiner geworden. Hierdoor zijn er meer mogelijkheden om blootstelling aan nanodeeltjes op de werkplek te meten. Binnen het Nederlandse project NanoNextNL is hiervoor een meetstrategie ontwikkeld.
Meer informatie
De kabinetsvisie Nanotechnologieën heeft geleid tot de oprichting van het Kennis- en Informatiepunt Risico’s van nanotechnologie (KIR-nano) bij het RIVM. KIR-nano verzamelt en bundelt relevante kennis over mogelijke risico’s van nanomaterialen voor mens en milieu. En stelt deze kennis op een begrijpelijke manier beschikbaar aan beleidsmakers en andere professionals.