Techniekassistenten in de hoofdrol

Alle scholen hadden eigen parttime preventiemedewerkers, die de zaken op hun eigen manier aanpakten. Bovendien was BHV bij leerkrachten, in de vorm van taakuren. In praktijk konden zij de BHV-taken niet goed combineren met hun primaire focus op onderwijs. En wie let er op de leerlingen als de leerkracht moet optreden als BHV’er? De grootste uitdaging was dan ook, om te zorgen voor een efficiëntere aanpak van preventie en interne noodhulp

.Goede casting

Aloysius greep op twee manieren in. Ten eerste door één preventiemedewerker aan te stellen voor alle locaties. Een fulltime functie, die er volledig op gericht is om incidenten te voorkomen. En ten tweede door techniekassistenten en vakdocenten te benoemen tot BHV’ers. Dit zijn conciërges en mensen die techniek- of vaklessen geven. Zij kunnen zich snel vrijmaken als dat nodig is en hebben naast hun BHVcertificaat allemaal een VCA-diploma (VCA = Veiligheid Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers). Interne noodhulp is een rol die ze past.

Ontruimen voor gevorderden

Bij Aloysius gaat het zo: terwijl mentoren de leerlingen naar buiten brengen, gaan BHV’ers naar de receptie. Daar worden de taken verdeeld door de conciërge of een dagcoördinator. Een verkenningsploeg kijkt wat er aan de hand is en meldt zich via portofoons. Anderen gaan in teams van twee alle ruimtes langs.

Oefenen en evalueren

Er wordt minimaal 1x per jaar geoefend, sommige scholen doen dat wel 3x per jaar. Alle oefeningen worden geëvalueerd door de preventiemedewerker, die daarvoor een observatieformulier gebruikt.

Resultaat

  • Eén centrale preventiemedewerker houdt het overzicht en ervaart de interne noodhulporganisatie als een logisch en volwaardig onderdeel van het takenpakket.
  • Leerkrachten kunnen zich richten op hun belangrijkste taak: goed onderwijs geven.
  • Interne noodhulp komt beter en sneller op gang door de uitvoerende BHV-taken onder te brengen bij techniekassistenten.

Praktische tips

  • Maak duidelijk wie er op dat moment verantwoordelijk is voor interne noodhulp. Bij Aloysius doen ze dat met een rode stip op het aanwezigheidsbord.
  • Breng goede ideeën van medewerkers meteen in praktijk. Bijvoorbeeld de rode en groene kaarten: elke ochtend noteren mentoren de aan- of afwezigheid van alle leerlingen. Elke mentor neemt bij ontruiming zijn of haar groep mee naar buiten. Groep compleet? Groene kaart omhoog. Ontbreekt er nog iemand? Rode kaart omhoog. Een coördinator verzamelplaats controleert de kaarten.
  • Ruimte gecontroleerd? Zet een kruis op de deur om dubbel werk te voorkomen.
  • Altijd ontruimen, ook bij vals alarm. Beschouw het als een onaangekondigde oefening!