Arbocuratieve samenwerking: Aanpassingsstoornissen

Op 23 november 2017 vond het symposium ‘Arbocuratieve samenwerking’ plaats, georganiseerd door de ministeries van SZW en VWS. Het symposium is georganiseerd rondom vier deelthema's waarop arbocuratieve samenwerking plaatsvindt; kanker en werk, infectieziekten, psychische klachten/ aanpassingsstoornissen en longziekten. Voor het symposium zijn vijf video’s gemaakt waarin goede voorbeelden op het gebied van samenwerking worden vertoond. Dit is de inspiratievideo voor het thema psychische klachten/ aanpassingsstoornissen.

Tekst Arbocuratief aanpassingsstoornissen

Aanpassingsstoornissen is een verzamelnaam, waarbij mensen zelf niet zozeer ziek zijn..

Maar door de omstandigheden problemen krijgen om overeind te blijven.

Werk is bij bijna iedereen toch ook een positief iets, als werk wegvalt is dat een enorm drama voor mensen.

Wat ik veel zie, ongeveer 40% van de mensen op het spreekuur zijn mensen met psychische problemen.

En dan kun je denken aan lichte spanningsklachten tot en met overspanning, burn-out.

Ik vind dat het contact tussen de huisarts en de bedrijfsarts heel weinig plaatsvindt.

Niet altijd even makkelijk om elkaar te vinden.

We horen vaak dat huisartsen slecht bereikbaar waren, maar bedrijfsartsen zijn vaak ook niet zo makkelijk bereikbaar merk ik.

Wat mij opvalt in de samenwerking is dat dat soms heel goed gaat, soms ook veel minder goed en dat dat met een aantal factoren te maken heeft.

Onder andere het vertrouwen hebben in elkaar, vanuit de huisarts vragen ze, wat gebeurd er met die informatie, komt die niet zomaar bij de werkgever terecht?

Het een is wat meer gericht op het herstel van klachten en gezondheid, dus dat is het curatieve.

Het andere is gericht op het herstel van belastbaarheid en van terugkeer in werk, re-integratie.

En meestal gaat dat goed, gelukkig maar. En soms niet, dan heb je elkaar nodig en dat is niet altijd even handig.

Want op de middellijn van het speelveld staat een muur en dat is eigenlijk meer een psychologische muur..

Waardoor het toch lastig blijkt te zijn om samen te werken en met elkaar af te stemmen.

Huisartsen en bedrijfsartsen delen gemiddeld maar 3 patiënten..

Dus je hebt met honderden bedrijfsartsen in potentie te maken en voor de bedrijfsarts geldt hetzelfde.

Het kan ook heel nuttig zijn om wel contact met een bedrijfsarts te hebben, dat leidt tot een betere zorg voor de patiënt.

Geestelijke gezondheidszorg is vaak tijdrovend, die tijd hadden huisartsen meestal niet.

Op een gegeven moment ontstond het idee dat dat toch zo veel mogelijk in de eerste lijn moest plaatsvinden.

En de POH-GGZ leidt ertoe dat die wat uitgebreidere gesprekken toch binnen de eerste lijn plaats kunnen vinden.

Een persoon die de huisarts ondersteund op het gebied van psychische problemen, vaak in de gezondheidscentra.

Vertrouwde omgeving, doordat je mensen niet naar een GGZ-instelling hoeft te sturen, wat met een soort stigma gepaard gaat.

Werkt dat heel goed vind ik.