Nieuwe strategie vrouwengezondheid richt zich op preventie, zorg én werk
Er komt meer aandacht voor vrouwengezondheid in beleid, praktijk en op de werkvloer. De Nationale Strategie Vrouwengezondheid 2025–2030 erkent dat vrouwen door aandoeningen zoals endometriose, menstruatieproblemen of overgangsklachten kunnen worden belemmerd in hun werk. Dit leidt tot verzuim, lagere productiviteit en minder duurzame inzetbaarheid. Werkgevers kunnen een rol spelen in vermindering van deze belemmeringen.

Voor de werkvloer bevat de strategie concrete maatregelen. Zo is er een richtlijn voor bedrijfsartsen over de overgang in ontwikkeling. Ook zet de strategie in op betere samenwerking tussen bedrijfsartsen, huisartsen en medisch specialisten.
Rol van werkgevers
Werkgevers worden aangemoedigd om bewustwording op de agenda te zetten binnen hun organisatie en om meer ruimte te bieden voor maatwerk in ondersteuning. De campagne ‘Mag het even over haar gaan’ van WOMEN Inc. helpt om het gesprek over de overgang op de werkvloer op gang te brengen in het basisonderwijs. Veel van de tips zijn ook in andere sectoren toepasbaar.
Brede strategie voor betere zorg
De strategie gaat verder dan alleen werk. Het doel is om de gezondheid van vrouwen en meisjes structureel te verbeteren in alle levensfasen. Vrouwen krijgen namelijk te maken met aandoeningen die zich anders of vaker voordoen dan bij mannen, en waar nog te weinig kennis over is. Dat leidt tot late of foutieve diagnoses, persoonlijk leed en hoge maatschappelijke kosten.
De strategie is opgebouwd volgens 3 hoofdlijnen:
- meer kennis en innovatie in de zorg, bijvoorbeeld via onderzoek naar vrouwspecifieke aandoeningen en betere richtlijnen;
- tijdige en passende ondersteuning tijdens de hele levensloop, waaronder goede voorlichting over menstruatie, zwangerschap en overgang;
- meer bewustwording en samenwerking, met aandacht voor opleidingen, taboedoorbreking en integrale aanpak.
Samen aan de slag
De uitvoering krijgt vorm via een landelijke werkagenda, die eind 2025 verschijnt.
Daniëlle Jansen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, noemt de strategie een kompas om met bestaande en nieuwe partners samen te werken aan structurele verbetering van de vrouwengezondheid.