Werkstress: bevlogenheid, een vloek of een zegen?

Bevlogen werknemers reageren vaak een stuk heftiger op baanverlies dan minder bevlogen collega’s. Zij ervaren zelfs gevoelens van rouw en kunnen vast komen te zitten in dit rouwproces. Psycholoog en onderzoeker Janske van Eersel verdiepte zich hier de afgelopen jaren in. Wat is de rol van werkstress in dit verhaal? Zijn bevlogen werknemers ook gevoeliger voor stress en reageren zij daarom heftiger op het verliezen van hun baan?

Rouw wordt vaak de achterkant van hechting genoemd. Hoe sterker de hechting, hoe heftiger de rouw. Hierdoor ervaren bevlogen en betrokken mensen eerder rouw bij baanverlies. Volgens Van Eersel zijn er drie factoren die iemand gevoeliger maken voor stress en rouw bij (mogelijk) baanverlies. Deze factoren zijn gebaseerd op de stresstheorie van Hobfoll. Ten eerste gaat het om de tijd en energie die je in je werk steekt. Hoe meer je in je werk investeert, hoe meer je te verliezen hebt. Hierdoor kom je in kwetsbare positie terecht en ben je eerder geneigd te blijven, ook als het werk niet meer past of in een ongezonde werkcultuur. Ten tweede, is het voor jou een baan of dé baan? Als het jouw droomfunctie of -organisatie is, dan is het moeilijk om alternatieven te zien. En als laatste: hoeveel heb jij nog buiten je baan? Denk aan familie, vrienden en hobby’s. Als jouw leven om je werk draait, heb je daarbuiten steeds minder hulpbronnen om op terug te vallen. Dit maakt de kans op stress en uitval groter. En bij baanverlies loop je dan vast rouw, want wie ben je zonder deze baan?

Wat is de relatie tussen stress en het vastlopen in een rouwproces?

“Het Duale ProcesModel geeft aan dat je in het rouwproces ruimte moet maken voor zowel de verlies- als de herstelkant. Je bent bezig met wat je verloren bent, daar rouw en praat je over. Vanuit de herstelkant kijk je naar wat je nog wel kunt doen en op welke manier je weer door kunt. Bij het ideale rouwproces pendel je heen en weer tussen beide kanten, tot de intensiteit van de rouw normaliseert. Dat geldt ook voor rouwen om dreigend baanverlies. Soms blijft men steken op één kant en lukt het niet meer om in beweging te komen. Blijf je steken in de verlieskant, dan kan dat leiden tot gecompliceerde rouwklachten, depressie en sociaal isolement. Mensen die in de herstelkant blijven steken, gaan maar door en door. Totdat zij, vaak na lange tijd, stressklachten ontwikkelen of zelfs uitvallen door een burn-out, waarbij zij de link met hun verlies niet meer zien.”

Om uitval te voorkomen, is het belangrijk dat gezondheid bespreekbaar wordt gemaakt op het werk. Vindt u dat dit in deze maatschappij voldoende gebeurt? 

“Het is goed dat het taboe steeds beter wordt doorbroken. Psychische klachten zijn nu eenmaal onzichtbaar en oninvoelbaar. Wat ik lastig vind is dat in Nederland de focus op het individu ligt. Als bijvoorbeeld medewerkers op een afdeling burn-outklachten ervaren, kun je ze allemaal een assertiviteitstraining laten volgen. Maar als er binnen één groep dezelfde klachten ontstaan, lijkt er meer een systematisch probleem binnen het bedrijf te zijn. Dan zul je het systeem moeten onderzoeken. Pas dan kun je het gedrag dat hieruit voorkomt aanpassen en stressklachten helpen voorkomen.” 

Soms gaat het heel goed in je werk, soms ook niet. Wat zijn zaken die bij veel mensen voor stress zorgen? En wat zijn de gevolgen?

“Een onveilig klimaat op het werk is funest. In een onveilig klimaat ontstaan eilandjes waardoor mensen zich meer gaan terugtrekken. Er heerst geen openheid meer op de werkvloer waardoor mensen dan ook niet de ruimte voelen om te delen wat hen bezighoudt of dwarszit. Dit werkt stressverhogend. Bij een sterke machtsverhouding wordt dit versterkt. Werknemers worden zich meer bewust van de woorden die zij gebruiken tegenover de hogere macht. Hierdoor voelen ze zich gespannen, slapen ze slechter en hebben ze het idee dat ze nog harder moeten werken om zich te bewijzen. Dat kan leiden tot een negatieve spiraal.”

Hoe kun je als werknemer het beste omgaan met die stress?

“Iedereen heeft een window of tolerance. Die kan smal of breed zijn, afhankelijk van hoeveel je hebt meegemaakt. Hoe meer stress je hebt, hoe smaller jouw window of tolerance zal zijn. Je tolerantieniveau wordt gedurende de dag beïnvloedt door interne en externe prikkels. Op het moment dat je je taks bereikt, kun je vanuit een overlevingsstrategie (vechten, vluchten, bevriezen) primair reageren. Je zit dan in het rode gebied, boven jouw window of tolerance. Daarna maak je een vrije val naar het blauwe gebied waarin je geen energie en motivatie meer hebt om dingen te ondernemen. Je zal eerder geneigd zijn om je in bed te blijven liggen en de wereld te negeren. In het groene gebied zit je binnen jouw window of tolerance, dan is het spanningsniveau precies goed. Je zit lekker in je vel en je hebt zin om dingen te ondernemen.”  

“Het is belangrijk om voor jezelf te ontdekken wanneer jij in groen, rood of blauw zit en wat jij dan nodig hebt. Probeer voor elke kleur deze vragen te beantwoorden: ‘Wat denk je?’, ‘Wat voel je?’, ‘Wat doe je?’ en ‘Hoe reageer je op anderen?’. Vaak zijn deze vragen het makkelijkst te beantwoorden voor rood (bijvoorbeeld zuchten, irritatie en kort lontje) en het moeilijkst voor groen (bijvoorbeeld ontspannen, zin om dingen te ondernemen en behulpzaam). Door het herkennen van de eerste signalen kun je daar beter op anticiperen en voorkomen dat je doorschiet. Vervolgens kun je helpende actiestappen opschrijven die je kunt uitvoeren als dat wel gebeurt. Denk aan wandelen, een vriend(in) bellen of muziek luisteren. Als je hoog in je emoties zit, is het vaak lastiger om te bedenken wat je nodig hebt.” 

De krappe arbeidsmarkt heeft nadelige gevolgen voor de mentale gezondheid van veel werkenden. Hoe kunnen we dat ondervangen? 

“Wil je als organisatie werknemers binnen boord houden, moet je realistische verwachtingen stellen. Houd geen verkooppraatjes over doelen die uiteindelijk onhaalbaar blijken. Mensen houden van duidelijkheid en willen graag weten waar ze aan toe zijn. Zorg ook voor een fatsoenlijk onboardingprogramma voor nieuwe werknemers. Regel praktische zaken, zoals een laptop en toegang tot systemen, op tijd.”
“Kijk ook goed wat je kunt verlangen van het personeel. Meestal zetten we, in drukke tijden, gezamenlijk onze schouders eronder en een extra stapje voor elkaar. Maar niemand houdt dit lange tijd achter elkaar vol. Vraag je een te lange periode te veel van werknemers, dan stort het hele team als een kaartenhuis in. Als je kritisch gaat kijken naar wat je kunt vragen van je werknemers, dan kan dat werkstress verlagen of zelfs voorkomen.”

Janske van Eersel is ontslagpsycholoog en onderzoeker. Ze is jarenlang werkzaam geweest als re-integratieadviseur. Sinds 2015 doet Van Eersel onderzoek naar ‘rouwen om baanverlies’. Veel mensen weten niet dat je kunt rouwen om het verlies van je baan, laat staan dat je kunt vastlopen in dat rouwproces. In 2022 breidde ze na haar promotie haar onderzoeksveld uit met ‘rouwen om dreigend baanverlies en gezondheidsverlies’, binnen de spoor 2-trajecten. Van Eersel heeft als missie om meer erkenning en herkenning te krijgen voor rouwen om baanverlies en de problemen die het veroorzaakt. Zij wil voorkomen dat mensen onnodig blijven rondlopen met deze rouwklachten en daardoor niet meer aan het werk komen. Dit doet Van Eersel niet alleen via onderzoek, maar ook middels de begeleiding van klanten en het trainen van professionals.