Wat zegt de wet over chroom-6?

Om te voorkomen dat werknemers door blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de korte of de lange termijn gezondheidsschade oplopen, zijn er in de wet rechten en plichten voor de werkgever en werknemer opgenomen.

De werkgever is verantwoordelijk voor een gezonde en veilige werkplek. Zo moet de werkgever, als er wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen, nagaan welke gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Na het beoordelen van het blootstellingsniveau en het vergelijken met de publieke of private grenswaarde voor deze stoffen, moet hij volgens de arbeidshygiënische STOP-strategie de juiste maatregelen nemen om de blootstelling te voorkomen of het blootstellingsniveau omlaag te brengen, en moet hij ervoor zorgen dat deze maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd worden.

Daarnaast moet de werkgever ervoor zorgen dat de werknemer geen gezondheidsrisico loopt door blootstelling via andere blootstellingsroutes, met name door huidcontact. Voor stoffen die kankerverwekkend en/of voor de voortplanting giftig zijn, zoals chroom-6, zijn er aanvullende verplichtingen.

Grenswaarden voor blootstelling

Chroom-6 valt onder het beleid voor gezond en veilig werken met kankerverwekkende stoffen van het ministerie van SZW. Vanaf 1 maart 2017 geldt een verlaagde wettelijke grenswaarde voor blootstelling van werknemers aan chroom-6-verbindingen van 1 microgram per kubieke meter. Grenswaarden geven duidelijkheid over de blootstelling die volgens de wet is toegestaan voor de werkgever en werknemer. Deze grenswaarde geldt niet alleen voor het gebruiken van chroom-6-houdende verbindingen, maar ook voor andere blootstellingen die bijvoorbeeld kunnen optreden bij bewerkingen zoals schuur- en slijpwerkzaamheden aan chroom-6-houdende verflagen.

Europese wetgeving

De Europese Unie (EU) heeft (in het kader van Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen, REACH) bepaald dat het gebruik van een groot aantal nieuwe chroom-6-verbindingen alleen toegestaan is voor bedrijven die officieel toestemming hebben gekregen van de Europese Commissie (=autorisatie) of voor bedrijven waarvan een aanvraag voor gebruik nog in behandeling is. Dit laatste geldt alleen als de aanvraag is ingediend voor de door de EU vastgelegde indieningsdatum.

Opgemerkt wordt dat de bedrijven ook toestemming kunnen aanvragen voor gebruik lager in de keten (de zogenoemde downstream-users). Deze downstream-users moeten het gebruik zoals beschreven in de aanvraag melden aan ECHA (European Chemicals Agency). Net als de bedrijven die de aanvraag hebben gedaan, moeten ook deze downstream-users zich houden aan het beschreven gebruik door de aanvrager en de gestelde voorwaarden voor autorisaties door de EU. Naast het systeem van autorisatie zijn er ook grenzen (Restricties) in het kader van REACH door de EU vastgesteld, zoals het gehalte aan chroom-6 in leer en cement.