“Als je zelf met een helm de werkplaats op loopt, heeft binnen één minuut iedereen een helm op!”
Uitvoerders Wim Boonen en Peter Meusen werken al ruim 30 jaar bij een netbeheerbedrijf. Wat er qua veiligheid veranderd is in die 30 jaar? “Alles!” roepen ze in koor. De twee delen graag hun ervaringen, want veiligheid gaat ze duidelijk aan het hart, net als hun collega en veiligheidsheld: Rob Tellings.
“Veilig werken doe je voor jezelf. Niet voor je werkgever”
“Regels en protocollen rondom veilig werken waren er vroeger amper,” legt Boonen uit. “Je werkte op basis van je eigen interpretatie van risicovolle situaties.” Boonen en Meusen zijn allebei ooit begonnen als monteur aan het gasnet. Meusen: “Je wist wel dat je uit moest kijken, maar toch belandden we in linke situaties. Als er een gaslek was, namen we een teugje zuurstof en sprongen we in een gat in de grond om het lek te plakken.” En dat ging niet altijd goed, vult Boonen aan: “Twee teugen gas en je verliest je bewustzijn. Ik heb zelf ooit gezien dat dit een collega overkwam. Het overkomt je voor je het in de gaten hebt. Als het gebeurde, trok je je collega het gat uit en dan kwam hij gelukkig snel weer bij. Hartstikke gevaarlijk natuurlijk. Maar zulke situaties maakten het gevaar wel zichtbaar.”
Tegenwoordig komen dat soort bijna-ongevallen niet meer voor en is gevaar dus minder zichtbaar. Monteurs moeten bovendien nauwkeuriger te werk gaan, bijvoorbeeld door de omgeving en weersomstandigheden te checken in een last-minute risico analyse. Dit zorgt ervoor dat werkzaamheden meer tijd kosten en de productiesnelheid omlaag gaat. Bovendien moeten ze rekening houden met chroom-6 en asbest op de installaties en benzeen PFAS (Poly- en perfluoralkylstoffen) in de grond – stoffen die vroeger niet op de radar stonden. Meusen: “Veilig werken vergt in het begin veel van mensen. Een gaslek plakken we niet meer met plakband. In plaats daarvan graven we een gat van minstens een vierkante meter, en stellen we op afstand de gescheurde leiding veilig. We merken dat we hierdoor meer tijd en meer mensen nodig hebben. Dat kan zorgen voor weerstand.” “Maar,” vult Boonen hem aan, “men begint eraan te wennen dat klussen gewoon langer duren dan vroeger. En daar krijg je ook handigheid in. De productie kruipt weer omhoog. En vergeet niet: Veilig werken doe je voor jezelf. Niet voor je werkgever.”
Sturen, controleren en complimenteren
“Als uitvoerders sturen, controleren en complimenteren we onze monteurs. Dat kun je doen door ze te confronteren met hun werkwijze. Als iemand onveilig gewerkt heeft en dat moet uitleggen voor een groep, zorgt dat voor bewustwording. Maar we zijn ook tot steun, een aanspreekpunt.” “Een complimentje op z’n tijd is belangrijk,” zegt Boonen. “En je moet een voorbeeld stellen. Als je zelf met een helm de werkplaats op loopt, heeft binnen één minuut iedereen een helm op!”
“Onze monteurs krijgen alle middelen en informatie. Ze volgen online cursussen, beschikken over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) en op elke bus is een computer aanwezig zodat monteurs te allen tijde kunnen opzoeken hoe te handelen,” vertelt Boonen. Dat is voor een groot deel te danken aan de veiligheidsheld van de netbeheerder: Rob Tellings. Boonen: “Rob ademt veiligheid. Niet alleen hier, maar ook naar derden toe. Laatst zag hij een timmerman in Roermond fresen zonder gehoorbescherming. Rob attendeerde hem daarop. Daar kun je van alles van vinden, ‘waar bemoeit hij zich mee?’” “Ja, maar het is heel normaal!” vult Meusen aan. “Rob is er voor de mens. Hij helpt als het niet lukt om je één, twee, drie een veilige werkwijze eigen te maken. Er is ruimte voor veiligheid binnen het bedrijf. En daar ben ik trots op.”