Wat zijn de risico’s van werkhoudingen?
In het algemeen geldt voor alle gewrichten dat de neutrale houding (dichtbij de ‘ middenstand’, dus niet te veel naar rechts, links, voor of achter) de gezondste werkhouding is. Op die manier worden spieren en pezen niet teveel aangespannen. Lukt het werken in een normale houding niet, dan is het risico dat optreedt afhankelijk van hoe lang en hoe vaak deze houdingen voorkomen en van de hersteltijd (pauzes of andere, minder belastende, taken).
Klachten aan spieren, pezen, banden en gewrichten
Lang werken in een ongezonde werkhouding kan leiden tot statische belasting van de spieren. Het gevolg is een minder goede doorbloeding. Na verloop van tijd kan dit leiden tot klachten aan spieren en pezen. Ook kunnen extreme houdingen (waarbij de uiterste gewrichtsstand wordt ingenomen) zorgen voor spanning op pezen, banden en spieren.
- Werken met gebogen of gedraaide rug kan leiden tot rugklachten.
- Werken met een gebogen of gedraaide nek of met geheven armen kan leiden tot nek- en schouderklachten.
- Extreme polshoudingen kunnen leiden tot klachten in pols en hand en geknield of gehurkt werken kan leiden tot knieklachten.
- Ook staand en zittend werken brengen risico’s met zich mee.
Inzicht in de risico’s
Om inzicht te krijgen in de risico’s van werkhoudingen voor de gezondheid is het Werkhoudingeninstrument (WHI) ontwikkeld. Deze methode wordt ook door de Nederlandse Arbeidsinspectiegehanteerd.
Europese normen ongewenste werkhoudingen
Of een houding belastend is voor spieren, pezen en gewrichten is afhankelijk van hoe vaak en hoe lang de houding wordt aangenomen. Hoe extremer de houding, en hoe langer of vaker de houding voorkomt, hoe groter het risico is. In de Europese normen NEN-EN 1005-4 en de NEN-ISO 11226 staan richtlijnen voor houdingen van het hoofd, de romp, de boven- en onderarmen en de handen. De richtlijnen geven aan hoe lang iemand maximaal in een bepaalde houding kan zitten of staan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen statische houdingen en repeterende bewegingen. Er is sprake van een statische houding als een lichaamsdeel langere tijd achter elkaar dezelfde houding aanneemt. Bij repeterende bewegingen gaat het om steeds dezelfde bewegingen die snel of lang achter elkaar herhaald worden.