Rol van de Ondernemingsraad bij het inschakelen van arbodeskundigen

In de Arbowet is vastgelegd dat werkgevers vanuit hun verantwoordelijkheid voor gezonde en veilige werkomstandigheden, ook beleid moeten voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken. Het gaat dan om bijvoorbeeld het voorkomen of tegengaan van ongewenst gedrag en te hoge werkdruk, die werkstress kunnen veroorzaken. De werkgever moet bij de vormgeving en uitvoering van dat beleid (vertegenwoordigers van) werknemers betrekken.

Het kan ook van belang zijn om deskundigen om advies te vragen zoals de bedrijfsarts, het bedrijfsmaatschappelijk werk of de preventiemedewerker. In dat kader heeft de ondernemingsraad (OR) een belangrijke rol.

De OR heeft verschillende bevoegdheden op grond van deĀ Wet op de ondernemingsraden (WOR):

  • Het onderwerp kan door de ondernemer of de OR geagendeerd worden voor de overlegvergadering. Daarbij is het mogelijk een deskundige uit te nodigen om de overlegvergadering bij te wonen of om een schriftelijk advies te geven, zoals bijvoorbeeld een arbeids- en organisatiepsycholoog. De OR kan op grond van artikel 16 en 22 WOR ook zelf een interne of externe deskundige raadplegen op kosten van de ondernemer, mits de ondernemer vooraf op de hoogte is gesteld van deze kosten.
  • In artikel 27 WOR staat dat de ondernemer instemming van de OR nodig heeft om bepaalde regelingen vast te stellen, te wijzigen of in te trekken, waaronder een arbeids- en rusttijdenregeling, een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuim of het re-integratiebeleid.
  • De OR heeft daarnaast op grond van artikel 28 WOR een aantal stimulerende taken. Zo dient de OR de naleving van de voorschriften op het gebied van arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden te bevorderen. Artikel 23 WOR biedt de OR de mogelijkheid om daarover in overleg te gaan met de ondernemer of om initiatieven in te dienen buiten de overlegvergadering om.