Verstikkingsgevaar

Wanneer gewerkt wordt in een gesloten ruimte moet altijd rekening gehouden worden met de risico’s van zuurstofgebrek. De gevolgen daarvan kunnen ernstig zijn en zelfs tot blijvend letsel of erger leiden.

Verstikkingsgevaar

Verstikkingsgevaar 

Verstikking komt door een tekort aan zuurstof. Een zuurstoftekort kan op verschillende manieren in ruimten ontstaan. Door:

  • chemische reactie zoals roesten, uitharden van kitten en verven;
  • biologische reacties zoals gisten, rottingsprocessen, het kiemen van granen en zaden;
  • het gebruik van inerte gassen binnen een gesloten ruimte.

Onvoldoende zuurstof

Onvoldoende zuurstof betekent dat er minder dan 18 vol.-% zuurstof aanwezig is, terwijl lucht normaal gesproken 21 vol.-% zuurstof bevat. Wanneer de concentratie zuurstof minder dan 10 vol.-% is, treedt zonder voorsymptomen (duizeligheid) bewusteloosheid op. Al snel zal ook hersenletsel het gevolg zijn en kan binnen enkele minuten de dood intreden, tenzij er direct reanimatie plaatsvindt.

Inerte gassen

Inerte gassen zijn gassen die vrij in de natuur voorkomen. Meestal worden het edelgassen genoemd. Wanneer inerte gassen worden toegevoegd aan een besloten ruimte, zal de zuurstofconcentratie geleidelijk naar beneden gaan. In de werksituatie zal het vaak gaan om het gebruik van gassen zoals stikstof, argon en kooldioxide. Doordat deze gassen geen zuurstof bevatten, beschermen zij producten tegen oxidatie of voorkomen zij brand- en explosiegevaar in een tank. Deze inerte gassen zijn reukloos en geven dus van hun aanwezigheid geen geurwaarschuwing aan mensen. Hierdoor is er sprake van een sluipend gevaar. Een dodelijk ongeluk kan al voorkomen na slechts twee keer inademen van stikstof of een ander inert gas.

Wat zijn de risico’s van verstikkingsgevaar?

De term ‘besloten ruimten’ wordt gebruikt, omdat men over een ruimte of een omgeving spreekt met bijvoorbeeld weinig of geen natuurlijke ventilatie, weinig bewegingsruimte, een beperkte toegankelijkheid en een beperkte vluchtmogelijkheid. Primair gezien worden de risico’s dus niet bepaald door de ruimte, maar door de specifieke gevaren die erin aanwezig kunnen zijn (gevaar voor vergiftiging, bedwelming, verstikking, brand en explosie: VBVBE). Deze gevaren bepalen of er sprake is van een besloten ruimte. Bedenk dus dat een besloten ruimte niet altijd een ruimte hoeft te zijn die afgesloten is.

Wat doe je tegen verstikkingsgevaar?

Bronmaatregelen

Besloten ruimtes zijn vaak inherent aan het proces waarvoor ze zijn gemaakt, zoals bijvoorbeeld het riool. Door toekomstige gebruikers en arboprofessionals te betrekken bij de verschillende fases van het ontwerp, kunnen arbeidsvriendelijke omstandigheden tijdig worden ingebouwd om de ruimtes bijvoorbeeld goed te kunnen ventileren in de uitvoerings-, gebruiks- en sloopfase.

Organisatorische maatregelen

Een veilige werkmethode voor het betreden van en werken in besloten ruimtes wordt samengevat in een werkvergunning. Hierin worden de volgende onderwerpen behandeld:

  • risicobeoordeling en methodebeschrijving;
  • inblokken van installatiedelen;
  • veilige toegang en uitgang;
  • gasanalyse en persoonlijke gasdetectie-apparatuur;
  • wachtgatsman en reddingsmiddelen;
  • adembeschermingsappratuur;
  • noodprocedure.

De werkvergunning moet vervolgens ondersteund worden met de volgende procedures:

  • procedure voor de gasmeting zelf;
  • de gasmeting voor aanvang werkzaamheden;
  • een procedure rondom de werkzaamheden;
  • noodprocedure in geval van calamiteiten.

Technische maatregelen

Indien een ruimte wordt aangemerkt als besloten ruimte, kunnen de volgende technische maatregelen worden genomen om toch veilig te kunnen werken:

  • Een besloten ruimte zodanig ontwerpen dat deze goed geventileerd kan worden (geen dode hoeken).
  • Aanbrengen van ventilatoren bij oplevering van de ruimte of voorzieningen aanbrengen zodat ventilatoren in een later stadium eenvoudig aangebracht kunnen worden.
  • Voorzieningen aanbrengen om een goede zuurstofconcentratiemeting mogelijk te maken.

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)

Wanneer er sprake is van zuurstofconcentratie lager dan 18 vol.-% mag een ruimte alleen betreden worden met zogenaamde ‘onafhankelijke adembescherming’. Dit betekent dat de ingeademde lucht onafhankelijk staat van de in de ruimte aanwezige lucht. Het gebruik van filtermaskers valt hier dus buiten. Wanneer de kans op contact met schadelijke (rest)stoffen bestaat, worden naast onafhankelijke adembescherming ook nog andere PBM’s gedragen:

  • beschermende kleding;
  • handschoenen;
  • veiligheidsschoenen of -laarzen;
  • oogbeschermingsmiddelen.

Verplichte aandachtspunten bij verstikkingsgevaar

  • Controleer steeds bij de aanvang of het hervatten van de werkzaamheden alle veiligheidsmaatregelen en voorzieningen.
  • Controleer het zuurstofgehalte in de ruimte met een gecertificeerde zuurstofmeter.
  • Controleer regelmatig op gassen en giftige stoffen, gebruik daarvoor een gecertificeerde gasdetector of explosiemeter.
  • Koppel elektrische apparatuur af.
  • Voorkom risico’s van achtergebleven stoffen, spuit de ruimte eventueel schoon met een hogedrukspuit en warm water.
  • Gebruik explosieveilige verlichting en elektrische apparatuur met een spanning van maximaal 42 volt.

Voorzichtigheid met lasapparatuur en zuurstofbranders is geboden. Niet alleen vanwege het zuurstofgebruik en de risico’s van vuur in een gesloten ruimte, maar ook omdat bij verhitting van stalen constructies brandbare gassen vrij kunnen komen uit eventueel aanwezige roestlagen.