Werken met dosislimieten
In het geval dat het gerechtvaardigd is om ioniserende straling toe te passen, moet de straling altijd zo laag mogelijk gehouden worden.
De wetgeving hanteert limieten die niet overschreden mogen worden. Voor werknemers die tijdens het werk met ioniserende straling te maken hebben, geldt een maximale effectieve dosis van 20 millisievert (mSv) per jaar. Voor zwangere vrouwen is dat maximaal 1 mSv tijdens de zwangerschap, vanwege de risico’s voor de ongeboren vrucht. Vrouwen die borstvoeding geven mogen geen werkzaamheden uitvoeren waarbij op basis van de RI&E een relevant risico bestaat op besmetting van het lichaam.
Nieuw in het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) is de verlaging van de dosislimiet voor de ooglens van blootgestelde werkers van 150 naar 20 mSv per jaar. Voor niet-blootgestelde werknemers, geldt een maximale effectieve dosis van 1 mSv per jaar en voor de ooglens geldt een equivalente dosis van 15 mSv per jaar.
Naast dosislimieten voor reguliere werkzaamheden met ioniserende straling zijn voor radiologische noodsituaties referentieniveaus vastgesteld. In eerste instantie gelden de dosislimieten maar mocht hier niet aan voldaan kunnen worden geldt er een referentieniveau van 100 mSv voor de effectieve dosis. In uitzonderlijke situaties kunnen andere referentieniveaus gelden. Zo geldt voor het redden van uitermate belangrijke materiële belangen een referentieniveau van 250 mSv. Voor levensreddende werkzaamheden is het referentieniveau in het Bbs bijgesteld van 750 mSv (Bs) naar 500 mSv.